Nadat ik een uitzending van de keuringsdienst van waarde had gezien, had ik besloten dat ik de kippen en alle andere dieren ging redden. Voor maar liefst anderhalve week waren vriendje en ik echte vegetariërs. We aten heel veel van die speciale gerechten zonder vlees en als we vlees aten, was het nepvlees; van die hippe vleesvervangers weet je wel.
Op internet las ik veelbelovende reviews van mensen die lyrisch waren en zeiden dat deze vleesvervangers echt goed smaakten en dus hebben vriendje en ik er meerdere geprobeerd.
Ik persoonlijk vond dat de smaak van iedere burger heel divers was, maar dan wel divers vies. De undercover autist in mij kon niet omgaan met de bizarre texturen van dat spul en na het eten van Quorn nep-vlees dacht ik dat mijn complete maaginhoud sneller eruit zou komen dan dat het erin was gegaan.
Dat vegetarisch zijn bleek gewoon niet echt een succes.
Het humeur van vriendje werd er ook niet echt beter op want blijkbaar taste ik met mijn vegetarische bevlieging zijn mannelijkheid aan en daarnaast snapte hij sowieso niet waarom bij mij altijd alles zo drastisch moet.
“We kunnen toch ook gewoon beginnen met 1 keer in de week vegetarisch eten?? Waarom moet het bij jou altijd alles zo abrupt in 1 keer??”
Ikzelf was op dat moment nog van mening dat we per direct alle dieren moesten redden en met 1 keer in de week stoppen met vlees eten zou dat niet gaan lukken natuurlijk, dat snap je zelf toch ook wel.
Ik moet toegeven: dat vegetarisch zijn bleek voor ons allebei nu niet echt het beste idee te zijn en dus besloot ik dat we dan toch weer vlees gingen eten, dat was beter voor ons humeur en dus ook voor onze relatie en ik vriendje was gelijk een stuk vrolijker.
Omdat ik dan toch iets voor de dieren wilde betekenen, zouden we vanaf nu vlees bij onze bio-slager uit het dorp halen. Natuurlijk is het beest op je bord hartstikke dood en daardoor niet bepaald gered, maar het heeft in ieder geval een soort van waardig leven gehad. Dat is ergens ook heel waardevol en ben eerlijk, de mankementen van het ouder worden is dat lam in ieder geval bespaard gebleven. Dementie en reuma enzo zal het beest niet krijgen.
En dus ging ik vandaag voor het eerst in mijn iets te strakke topje, op de crocks in mijn vol-vlekken-moet-nodig-gewassen-korte-broek met mijn uitgezakte scheve paardenstaart naar de slager toe, want ja, wie gaat er nu weer op vrijdag middag naar de slager toe dus wat maakt het uit dat ik even in mijn oude kloffie daarbinnen slenter.
Wist ik veel dat de slager DE ontmoetingsplek van ons dorp bleek te zijn.
Ja echt, toen ik binnenliep was er een rij met 5 wachtende voor me en terwijl ik in de rij stond sloten er nog 4 mensen aan.
Zelfs mijn neef (?!) was daar en dat wil wat zeggen want mijn familie kom ik normaal gesproken alleen maar op begrafenissen tegen.
En terwijl ik mezelf vervloekte en vooral probeerde te doen alsof ik heel cool was en me dit hele tafereel niks uitmaakte, beloofde ik mezelf plechtig dat ik vanaf nu nooit meer in mijn tokkie outfit het huis zou verlaten.
Maar serieus, lekker was het vlees van de bio slager wel. Nomnomnom.